Gedachten en overwegingen bij Les 4.

TREKSTOTEN vanaf een hoek van 90º !

Vanuit de techniek en aanspeelwijze op ‘halve bal’, zoals in les 1, kan door dieper in de bal af te spelen, een trekstoot onder een hoek van 90º gespeeld worden, zonder zij-effect.

Door op trekstoothoogte af te spelen, krijgt de speelbal een andere afslag op bal2. Zonder extreem hard te stoten zijn deze ballen gemakkelijk te maken. Ligt bal3 wat verder weg, dan iets harder afstoten, maar niet te diep aanspelen, anders wordt de bal voorlangs getrokken.

Door beheerst te spelen, kan bij trekstoten, waarbij de bal2 minstens op 50% ( halve bal dikte ) wordt aangespeeld, vaak een goede vervolgstoot worden overgehouden.

Bij deze les vind ik het belangrijk om ook eens stil te staan bij de 4 verschillende ‘Stoottechnieken’ :

• tempo polstechniek
• duwen polstechniek
• duwen onderarmtechniek
• tempo onderarm techniek

Afhankelijk van de ligging van ballen en de weg die door de speelbal afgelegd moet worden, is een van deze technieken meer geschikt dan de andere. Zo is a. geschikt als bal1 en bal2 op minder dan een baldikte van elkaar liggen. Techniek d. speel je als er veel meters afgelegd moeten worden.

Terug naar de trekstoot. Door direct onder het midden van bal1 af te spelen, krijg je een geamortiseerde trekstoot. Bal1 zal dan heel langzaam naar bal3 lopen, terwijl bal2 mogelijk rond loopt en verzamelt bij de andere ballen.  Daarom is het goed om hier met enkele simpele voorbeelden al bij stil te staan, ook voor beginnende spelers !

Techniek is aan te leren en dient op de juiste manier te worden toegepast, oefenen doet de rest.