Gedachten en overwegingen bij Les 2.

 

Dun spelen of DOORSCHIETEN ?

Soms liggen de ballen niet in de ‘voorkeurshoek’, maar moet je dunner aanspelen om het punt te maken… totdat je  haast onmogelijk dun moet aanspelen, met alle risico’s van dien. Dan kun je beter doorschieten of doorstoten.

Vele spelers gaan deze bal uit de weg, omdat ze niet weten hoe die uitgevoerd moet worden.

Simpele schema’s met lijntjes en cirkels geven het principe aan van Mikpunt op bal2.

Visualiseer het mikpunt ( dit ligt achter de bal ) en speel daar op. Raakpunt aan bovenzijde van de speelbal op doorstoot hoogte. Je speelt  ‘door de bal’ naar bal2. Als je dat door hebt en even stil staat bij de uitvoering, dan is doorschieten makkelijk aan te leren.

In eerste instantie,  vanuit de schema’s, die het juiste Mikpunt aangeven spelen we ‘zonder effect’. Dan kan gemakkelijk als de ballen dicht bij elkaar liggen. Als men de techniek onder de knie heeft, dan is het advies van Frans van Hoeve, om maximaal tegeneffect te geven, omdat daarmee de speelbal meestal voller op bal3 te laten aankomen, dan in het spelen ‘zonder effect’.

Ik heb me die techniek naar behoren eigen gemaakt om die ook aan anderen over te kunnen brengen.

Heb je het eenmaal door, dan toch blijven oefenen en herhalen !

Maak jouw eigen website met JouwWeb